Gedeelde lucht

De camarero kwam moeizaam los van de muur en bracht je een glas whisky, Schotse Islay, zoals je dat had gevraagd. Ik hoorde meteen dat je Nederlandse was. Je was geen geoefende spreker in dit vreemde land. Je viel door de mand, mijn mand. Ik stelde mij voor in het Nederlands, je was niet eens verbaasd een landgenoot aan te treffen. Zonder jouw naam te zeggen ontweek je opzichtig mijn vragen over je reisdoelen. Je dronk het glas in een teug leeg.

‘Ik ben op vakantie.’
’Alleen?’
‘Ja, alleen, dat kan toch?’
‘Ja, dat kan, natuurlijk.’
‘En jij dan?’
‘Tja, ja, eh, ik ben gewoon hier.’
‘Rook je? Wil je een sigaar?’
‘Alleen als jij hem met mij deelt.’

Toen kruidden wij om beurten de lucht die wij deelden.

public domain

Reacties